Ontsnapt aan de razzia door doortastende zus

Jaap Bouw (Links) en Aart Broere Mevrouw Dicky Baggerman-Broere

“Mijn naam is Dicky Baggerman-Broere en ik ben op 16 maart 1923 geboren in de Havenstraat in Sliedrecht. Ik was het oudste kind in een gezin met drie kinderen. Mijn broer Aart is in 1925 geboren en later, in 1928, kwam nog mijn zus Gerry.

Mijn broer Aart werkte in de scheepsbouw. In het vroege voorjaar van 1944 werd hij erg ziek. Hij had longontsteking en kreeg van dokter Folmer, onze huisarts, een sterke kuur. Die sloeg uiteindelijk aan, maar Aart heeft echt wel heel erg slecht gelegen. Mijn moeder kon de zorg niet goed aan en liet dat aan mij over. Ik heb dagen en nachten bij hem gezeten en gewaakt.

Via mijn werk in een atelier had ik in het begin van de oorlog mijn toekomstige man leren kennen. Hij woonde in Werkendam. Daar was in het laatste oorlogsjaar meer eten te krijgen dan in Sliedrecht. Hij nam regelmatig brood en jam voor ons mee. Ook bij de boerderij van Kadijk aan de overkant van de rivier was nog wel eens wat te halen. Mijn broer kreeg daardoor wat extra's om weer aan te sterken.

Op 16 mei 1944, de dag van de Merwederazzia, belden er drie Duitse soldaten bij ons aan. Dat was in de Piet Rijsdijkstraat 42, waar we inmiddels heen verhuisd waren. Later is dat overigens Joh. Kraaijeveldstraat geworden. Mijn vader deed open en ze vroegen meteen naar zijn trouwboekje. Daarin zagen ze dat er een zoon was die in 1925 geboren was. Precies de leeftijd dus van de mannen die ze die dag zochten. Een soldaat ging meteen in het kolenhok kijken, de andere twee gingen naar boven. Ik was inmiddels gealarmeerd, dat ze op zoek waren naar jonge mannen en had tegen mijn broer gezegd dat hij in bed moest gaan liggen en moest doen alsof hij ziek was. Omdat ik hem daarvóór zo goed en intensief verpleegd had, wisten we het spelletje goed te spelen. De Duitsers dropen af en wij waren ontzettend opgelucht. Toen kwam één van de twee plotseling terug naar boven. We hielden onze adem in, maar tot mijn verbazing gaf deze soldaat mij een knipoog, waarna hij weer ging. Ik vermoed dat hij de situatie wel had doorzien, maar hij greep niet in.

Later heb ik mijn broer nog een keer behoed voor het Duitse onheil. Op een gegeven moment, ik dacht begin 1945, moesten alle jongens in Sliedrecht zich melden. Ze verzamelden zich in de Havenstraat. Ik kreeg er lucht van en ben gaan kijken. Mijn broer stond er ook bij net als onze directe buurjongen Jaap Bouw. Jaap was even oud als Aart, ze waren bevriend. Via via hoorde ik toen, dat jongens die aan konden tonen dat ze longpatiënt waren, werden vrijgelaten. Ik aarzelde geen seconde en ging snel naar huis om de patiëntenkaart van mijn broer van dokter Van Kammen, de longarts te halen. Het klopte inderdaad: op vertoon van de kaart mocht mijn broer Aart mee naar huis. Op dezelfde wijze is ook Jaap Bouw, die weliswaar geen longpatiënt was, met de kaart van zijn broer Piet (die wél longpatiënt was) vrijgekomen. Samen zijn ze zodoende op een wonderlijke wijze ontkomen uit de stoet die zou worden weggevoerd. Daarom vind ik het goed, dat ik het heb kunnen vertellen, zodat ook dit verhaal bewaard blijft”.

Aart Broere is op 7 december 2008 op 83-jarige leeftijd overleden. Zijn buurjongen Jaap Bouw overleed op 11 december 1981 op 56-jarige leeftijd. Op de foto Jaap (links) en Aart. De foto is waarschijnlijk in de oorlog gemaakt.

Opgetekend door Anja van der Starre, 11 juli 2018 te Sliedrecht