In de nacht van 9 op 10 mei 1944 schiet het verzet bij de Helsluis twee landwachters dood. Als represaille worden in de week daarna aan beide zijden van de rivier de Merwede honderden veelal jonge mannen opgepakt en door de bezetter weggevoerd. Van deze mannen keren er 26 niet terug.

Vorige persoon (C. Beuzekom) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (J. Biesheuvel)
hart

Een persoon heeft Cornelis Bezemer in het hart gesloten.

In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.

Naam: Cornelis Bezemer
Roepnaam: Kees
 
Geboren:zaterdag 3 oktober 1925 te Giessendam
Overleden: woensdag 22 januari 2020 te Papendrecht
 
Adres:Binnendams
Woonplaats:Giessendam
 
Kees Bezemer (foto: 21 mei 2019) Rouwkaart Kees Bezemer
 
Opgepakt op 16 mei 1944 bij de vergeldingsrazzia te Sliedrecht, Giessendam, Hardinxveld, Werkendam en de Biesbosch: Peulenstraat in Giessendam op weg naar het werk .
 
Op dinsdag 16 mei 1944 per overvalwagen afgevoerd naar het PDA in Amersfoort
 
Tussen 16 mei 1944 en 7 juli 1944 werden 263 gegijzelden vrijgelaten
Cornelis Bezemer is vrijgelaten: zondag 21 mei 1944
 
Persoonlijk verhaal:
 

Naam van meneer op 3-4-2019 aan deze website toegevoegd, nadat zijn buurvrouw mij er bij een lezing op attent maakte dat meneer ook één van de Merwedegijzelaars was. Hij werd binnen een week nadat hij was opgepakt alweer vrijgelaten in Kamp Amersfoort, omdat hij werkzaam was bij Scheepswerf De Merwede in Hardinxveld.

Kleindochter Susanne heeft een boekje over het leven van haar grootvader Kees geschreven, waar over de razzia het volgende in staat: "Op een dag zoals elke andere dag ging ik op 16 mei 1944 naar mijn werk. De Duitsers bleken een razzia te hebben georganiseerd. Alle jongens en mannen boven de 18 jaar moesten meekomen. Zij zouden moeten gaan werken voor de Duitsers. De razzia bleek een vergeldingsactie te zijn van de bezetter na het doodschieten van twee NSB-ers door het verzet. Het verhaal gaat dat deze twee NSB-ers op hun beurt een bakker uit het dorp hebben doodgeschoten. Mijn broer werd niet opgepakt, want hij kon aantonen met een Ausweis of werkvergunning dat hij al voor de Duitsers werkte in Noorwegen. Ik moest wel mee.

Wij werden opgevangen in een school en vandaar uit werden wij in vrachtwagens naar het concentratiekamp in Amersfoort vervoerd. Later pas werd bekend hoe gruwelijk dit kamp is geweest in vergelijking met andere kampen. Kamp Amersfoort was een klein en tijdelijk kamp. De bewakers waren wreed. Zelfs de honden kregen beter te eten dan wij. Ik herinner me nog dat wij met zo'n twee- of driehonderd mensen, inclusief de Joden die je kon herkennen aan hun ster, sliepen in een ruimte met cementenvloer met stro. Er was slechts een kraan en één WC en de luizen zag je op het plafond kruipen. Ik was boos. Hoe kunnen mensen je zo wreed en respectloos behandelen? Ik was bang. Ik vroeg mij af of ik naar een werkkamp in Duitsland zou worden gestuurd of dat de Duitsers misschien nog andere plannen met mij hadden. Wij speculeerden onderling, maar niemand wist wat er ging gebeuren. Na zes dagen kwam er duidelijkheid. Ik had geluk, want ik hoorde bij de Duitse Kriegsmarine, omdat ik op een scheepswerf werkte. Degene die door de Duitse Wehrmacht werkten of onderdeel daarvan, zoals in mijn geval de Kriegsmarine, mochten weer terug naar hun werk. De rest werd gedeporteerd naar Duitsland en velen kwamen daar niet meer van terug. Het was voor mij een enorme opluchting. Na zes dagen nauwelijks gegeten te hebben, was ik sterk vermagerd. Ik voelde mij slap en ziek, maar vooral ook heel vies. Thuisgekomen heeft mijn vader mijn kleren uitgetrokken en verbrand. Ik zat helemaal onder de luizen en mijn vader waste mij met benzine om de luizen eraf te halen".


Vorige persoon (C. Beuzekom) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (J. Biesheuvel)