2 personen hebben George Charles Guermonprez in hun hart gesloten.
In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.
Naam: | George Charles Guermonprez |
Roepnaam: | George |
Geboren: | zaterdag 26 mei 1885 te Kortrijk (B) |
Overleden: | dinsdag 10 mei 1955 te Dordrecht |
Begraven: | zaterdag 14 mei 1955 te Sliedrecht, Thorbeckelaan |
Adres: | Kerkstraat 12 |
Woonplaats: | Sliedrecht |
Beroep: | Hoofd Gemeentewerken Sliedrecht |
Opgepakt op 16 mei 1944 bij de vergeldingsrazzia te Sliedrecht, Giessendam, Hardinxveld, Werkendam en de Biesbosch: thuis in zijn woning te Sliedrecht. | |
Wordt op de dag dat hij is opgepakt weggevoerd naar het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst aan de Heemraadssingel te Rotterdam. Daar wordt hij verhoord en vervolgens overgebracht naar het Rotterdamse politiebureau aan het Haagsche Veer, dat door de Duitse bezetter ook werd gebruikt om politieke gevangenen op te sluiten. Uiteindelijk volgt op 13 juni 1944 voor hem overplaatsing naar Kamp Vught. Op de avond van 14 september 1944 (korte tijd na Dolle Dinsdag als men meent dat heel Nederland spoedig bevrijd zal zijn en er paniek onder de bezetters en aanhang uitbreekt) worden de gijzelaars onder druk van mevrouw Loes van Overeem, vertegenwoordigster van het Rode Kruis, vanuit Vught overgebracht naar Kamp Amersfoort. Daar worden zij na enkele dagen op 19 september 1944 vrijgelaten. Enige uitzondering hierop is Abraham van Hoeve die al eerder in Kamp Vught werd vrijgelaten. |
|
Bij het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst in Rotterdam ingeschreven onder gevangenenummer: 4638 | |
In kamp Vught ingeschreven onder gevangenenummer: 10373 | |
In het PDA ingeschreven onder gevangenenummer: 7420 | |
George Charles Guermonprez is teruggekeerd: dinsdag 19 september 1944 | |
Persoonlijk verhaal: | |
Als de groep bijzondere gijzelaars van de Merwederazzia na drie dagen wordt overgebracht naar het gebouw van de Rivierpolitie aan de Parkhaven (Bron: boek 'Vught' van medegijzelaar P.R. Harkema), blijft Guermonprez wegens ziekte op het Haagsche Veer achter. Op 13 juni 1944 wordt hij weer herenigd met zijn medegijzelaars en overgeplaatst naar Kamp Vught, echter met uitzondering van Hendrik Rikkers die ondertussen is opgenomen in het Zuiderziekenhuis. Uit het verslag over de gezondheidstoestand van Guermonprez, opgemaakt door de Polizei- und Gefängnisarzt, blijkt dat hij voor zijn vertrek vernomen heeft dat zijn zoon Paul Gustave Sidonie enkele dagen daarvoor door het Polizeistandgericht te Amsterdam ter dood veroordeeld is wegens sabotage en kort daarop, op 10 juni 1944 is geëxecuteerd. Waarschijnlijk heeft Guermonprez sr. dit gelezen in één der dagbladen die op 12 juni 1944 een officieel bericht hierover plaatsten (zie document Politiepresident Rotterdam). Op een afschrift van deze gezondheidsverklaring, in bezit van de familie Guermonprez, staat vermeld dat deze door het Rode Kruis is doorgezonden aan de Kamparts in Vught.
|