3 personen hebben Teunis Koesveld in hun hart gesloten.
In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.
Naam: | Teunis Koesveld |
Roepnaam: | Teunis |
Geboren: | dinsdag 5 oktober 1920 te Zuid-Beijerland |
Overleden: | zondag 8 oktober 1944 te Borna, Landkreis Borna |
Herbegraven: | te Loenen, Ereveld, Vak A 214 |
Adres: | Biesbosch 61 |
Woonplaats: | Werkendam |
Beroep: | Landarbeider |
Opgepakt op 16 mei 1944 bij de vergeldingsrazzia te Sliedrecht, Giessendam, Hardinxveld, Werkendam en de Biesbosch: Onderweg naar het land om bieten te dunnen in de Biesbosch. | |
Op dinsdag 16 mei 1944 per overvalwagen afgevoerd naar het PDA in Amersfoort | |
In het PDA ingeschreven onder gevangenenummer: 1133 | |
Tussen 16 mei 1944 en 7 juli 1944 werden 263 gegijzelden vrijgelaten | |
Teunis Koesveld is NIET vrijgelaten | |
Op 7 juli 1944 's-morgens om 02:30 uur werden de gevangenen afgemarcheerd naar het station in Amersfoort om per trein naar Duitsland vervoerd te worden. | |
Kampen in duitsland: | |
Plaats, kamp: | Schkopau, Gemeinschaftslager |
Plaats, kamp: | Lippendorf, De Kippe |
Plaats, kamp: | Peres, Alpenrose |
Werkplekken in duitsland: | |
Plaats, plek: | Schkopau, BUNA-Werke |
Plaats, plek: | Böhlen / Lippendorf, BRABAG en de A.S.W. |
Persoonlijk verhaal: | |
Teunis Koesveld wordt op 5 oktober 1920 te Zuid-Beijerland geboren. Op 20 april 1944 trouwt hij te Piershil met Niesje Jannetje van der Hoeven. Teunis en zijn vrouw wonen aan de Molendijk B140 te Zuid-Beijerland als het gebied vanwege het water moet worden ontruimd. Vanaf het adres Biesbosch 61 te Werkendam* zet Koesveld zijn werkzaamheden als landarbeider voort. Als hij op 16 mei 1944 onderweg is naar het land om de bieten te dunnen, wordt hij door de Duitsers opgepakt. Na eerst enkele weken in Kamp Amersfoort te hebben doorgebracht gaat Teunis Koesveld in juli 1944 met een grote groep andere gijzelaars op transport naar Duitsland. Koesveld verblijft er in de kampen Schkopau, de Kippe te Lippendorf en Alpenrose te Peres. Hij wordt tewerkgesteld in de bruinkoolwinning. In een schrijven van het Rode Kruis lezen we dat Teunis Koesveld, lijdend aan buikloop (dysenterie), op 2 oktober 1944 wordt opgenomen in het Stadtkrankenhaus te Borna. Hier sterft hij op 8 oktober 1944, vier dagen na zijn vierentwintigste verjaardag. Koesveld wordt te Borna begraven, maar na de oorlog heeft hij een oorlogsgraf op de erebegraafplaats te Loenen gekregen. De heer en mevrouw Boogaard uit Nieuw-Beijerland lezen in 2009 dat er een tentoonstelling over de Merwedegijzelaars in Sliedrecht is. Zij hebben interesse in de geschiedenis, omdat mevrouw Boogaard een nichtje van Teunis Koesveld is (haar vader was zijn broer). Door omstandigheden hebben zij pas jaren later vernomen dat Teunis Koesveld was herbegraven in Loenen. Het was een bijzonder emotioneel moment toen zij daar voor de eerste keer oog in oog stonden met de steen van hun oom. Mevrouw Boogaard-Koesveld was bijna 13 jaar toen haar oom werd opgepakt en afgevoerd; zij kan zich dat nog goed herinneren. Ook het verdriet wat er in de familie was toen Teunis niet meer thuis kwam. De gemeente Korendijk (waar ook Piershil onder valt) heeft eind vorige eeuw ook nog enig onderzoek gedaan naar hoe het Teunis Koesveld in 1944 in Duitsland is vergaan. Een schrijven van het Rode Kruis gaf meer uitsluitsel. In oktober 2015 verscheen het boek 'Oorlog in de Hoeksche Waard 1940 - 1945'. In het door Willy Spaan geschreven hoofdstuk 'Dagelijks leven onder de bezetting' lezen we nog het volgende over de Merwedegijzelaars uit de Hoekse Waard: Als er vanwege de inundatie en verplichte evacuatie geen werk meer in de Ambachtsheerlijkheid (ABH) Cromstrijen zou zijn, zouden de paarden en machines van de ABH worden gevorderd en zou voor het personeel tewerkstelling in Duitsland volgen. Om dit te voorkomen nam rentmeester Arie Vlielander werk aan in de Biesbosch bij de Steenen Muur, in de Keizersguldenwaard en in Vlijmen (NB) om in totaal 93 hectare met verschillende voedingsgewassen te betelen. Volgens zijn rapport vertrokken dertig tot veertig arbeiders naar de Biesbosch. Van de mensen in de Biesbosch zijn er bij de Merwerazzia door de bezetter zeven opgepakt: Jan van Geemert, Johan de Graaf, Andries Hagoort, Aart de Klerk, Jan Korbijn, Janus van Kralingen en Marien Notenboom. In Kamp Amersfoort moesten de gevangenen strovlechten. Op een dag zag iemand de auto van hun werkgever, rentmeester Arie Vlielander, op het terrein staan. Omdat Vlielander altijd veel voor zijn personeel deed, gaf dat de mannen hoop. Er werden vaker gijzelaars in vrijheid gesteld omdat hun werkgever zich daarvoor had ingespannen bij de Duitsers. Bij het volgende appel stonden ze gespannen te wachten tot hun namen zouden worden afgeroepen en ze konden gaan. Dat gebeurde echter niet. Later is hun verteld dat Vlielander bij zijn vertrek de toestemming voor de vrijlating van zijn mensen op zak had, maar dat de kampleiding vlak daarna van hogerhand het bevel kreeg dat er niemand meer vrijgelaten mocht worden. Door tussenkomst van een door derden ingeschakelde NSB'er waren de collega's Johan de Graaf en Marien Notenboom net op tijd aan deportatie naar Duitsland ontkomen. De overige vijf gingen wel op transport naar Duitsland, waar Janus van Kralingen op 2 december 1944 aan de gevolgen van difterie is overleden. Zijn kameraden van de Ambachtsheerlijkheid hebben hem begraven op een stuk weiland, waar nog meer Nederlandse slachtoffers van het kamp lagen. Tot de groep Merwedegijzelaars behoorden nog vier Hoeksche Waarders: Teunis Koesveld en Arie Buitendijk uit Zuid-Beijerland, Koos van Eekelen uit Numansdorp en Wim de Kievit uit 's-Gravendeel. Alle gevangen Hoeksche Waarders waren landarbeiders, behalve Wim de Kievit. Hij was als smid werkzaam in de smederij van zijn oom aan de Bandijk in de Biesbosch toen hij werd opgepakt. Omdat hij nog maar 17 jaar was, dacht hij niets te vrezen te hebben en had hij zich niet schuilgehouden. Dat was een ernstige misrekening. De andere drie hadden tijdens de inundatie zelf werk gevonden rond de Merwede, waar zij tijdens de klopjacht op 16 mei 1944 werden opgepakt.
* Noot van de schrijfster Willy Spaan: Veel Hoeksche Waarders zochten tijdens de evacuatieperiode dus hun toevlucht bij familie en kennissen of via hun netwerk soms bij wildvreemden in de Alblasserwaard. Ook in het kader van de Oogst- en arbeidsvoorziening in de Landbouw, een regeling vanuit Den Haag, werd werk en een onderkomen elders aangeboden. Van die mogelijkheid werd vanwege de verplichte evacuatie door veel Hoeksche Waardse landarbeiders gebruikgemaakt. Daardoor is van meerdere gijzelaars hun evacuatieadres als woonplaats genoteerd en niet hun huisadres in de Hoeksche Waard. |