In het boekje Brabantse Merwedegijzelaars (uitgave Historische Vereniging Werkendam en De Werken c.a. uit mei 2011) lezen we het volgende:

Gerrit Schaddelee wordt bij de razzia van 16 mei 1944 opgepakt en afgevoerd naar Kamp Amersfoort. In de vroege ochtend van 7 juli 1944 gaat hij op transport naar Duitsland. Op station Braunschweig worden alle mannen waarvan de achternaam begint met de letters S t/m Z uit de trein gehaald. De stad heeft zwaar geleden onder de dagelijkse bombardementen van de geallieerden. De groep gevangenen moet met hun koffers lopend naar Kamp Mascherode, dat is zo'n drie kilometer vanaf het station. De barakken van het kamp staan vlakbij de weg naar Braunschweig, de Salzdahlumerstrasse bij het ziekenhuis en tot voor kort de "Leutnant Müller Kaserne". Het eten in het kamp is slecht.

Op 10 april 1945 begint de beschieting van Braunschweig door de Amerikaanse artillerie. Na de zelfmoord van nazi-burgemeester Dr. Hans-Joachim Mertens onderhandelt de commissaris van politie, Dr. Erich Bockler, in het politiebureau met de vertegenwoordigers van het Amerikaanse leger. Braunschweig geeft zich zonder verder geweld op 12 april 1945 om 2.59 uur over aan de tweede US Panzer divisie.

Gerrit Schaddelees echtgenote vertelt dat haar man weinig losliet over zijn verblijf in de kampen. "Ik weet dat hij heeft honger geleden en dat hij in Kamp Amersfoort weleens ternauwernood ontsnapt is aan mishandeling, maar verder was hij erg gesloten. Nadat hij bevrijd is, verbleef hij nog korte tijd bij een boer in Brabant, omdat de rest van Nederland nog niet bevrijd was".