Kamp Lager, Ammendorf

Zoek iedereen die in dit kamp gezeten heeft »


Geografische positie: Het kamp lag aan de Bruckdorferstrasse in Ammendorf. Ammendorf ligt ten zuiden van de stad Halle. In 1950 werd Ammendorf onderdeel van de stad Halle. De Bruckdorferstrasse kreeg toen een andere naam.

Verspreid tussen ongeveer 20 en 26 november 1944 kwam er een groep Hollanders vanuit het Lager Schafstädt in Lager Ammendorf aan. Veel Beverwijkers, tot op heden is niet achterhaald of er ook Merwedegijzelaars in dit kamp aanwezig waren. Het regime in Ammendorf was in één woord bizar. 13 jongens waaronder Nico Heynis en Bertus Juckers uit Beverwijk waren hiervan de dodelijke slachtoffers.

Beschrijving door Jaap Epskamp uit Beverwijk:
'Hier nog enige ervaringen van wat ik mij nog kan herinneren van het zogenaamde Ziekenlager Ammendorf. Ongeveer 26 november 1944 ben ik met de laatste groep Hollanders uit Schafstädt in het lager Ammendorf aangekomen. Er was in het kamp ook SS bewaking, maar we werden nergens tewerkgesteld. De meeste waren ook niet meer in staat om arbeid te verrichten en velen bleven daarom ook op bed liggen. Het eten wat we kregen was hetzelfde als wat we in de kampen Zöschen en Schafstädt hadden gekregen. Alleen al het feit dat we niet op commando moesten was al een voordeel voor ons allen.

Een paar keer moest ik mee met een bewaker om groente te halen voor de keuken. Op (vrijdag) 1 december ’s morgens vroeg moesten we bij de SS-arts komen. Die moest ons keuren of we arbeidsgeschikt waren. Als men 3 diepe kniebuigingen kon maken was het goed en mocht men als zogenaamde vrije arbeider gaan werken. In de loop van de morgen zijn we vertrokken. We hebben die dag veel gelopen en zijn ook nog met een goederentrein meegereden. In het donker kwamen we in Kamp Zöschen aan. Bij de poort stond een SS-er, volgens mij was het de Kampcommandant. Hij vroeg aan ons of we allemaal gezond waren. Wij allen, ik denk een goede 20 man, in koor: “Jawel Herr Lagerführer”. Of we toen nog eten gehad hebben weet ik niet meer maar dat veronderstel ik wel. We moesten weer in een van die ronde kartonnen onderkomens slapen zonder verwarming bij vriezend weer dus veel kou lijden.

De volgende dag (zaterdag 2 december 1944) kregen we onze koffers en dachten: “Nu kunnen we naar het Arbeidsbureau in Merseburg”. Maar als je gevangene van de SS was, kon je nergens op rekenen. Nog een dag en een nacht kou lijden en dan zaterdag met de groep in de trein naar Merseburg. Nadat we op de Schreibstube van het kamp ons persoonsbewijs en wat geld hadden gekregen voor onze eerste levenbehoeften. Ik meen dat ik 68 Mark kreeg en tevens een papier moest tekenen dat we niets aan derden mochten vertellen van wat we in onze gevangenschap meegemaakt hadden. Op het Arbeidsbureau zijn we verdeeld en naar diverse werkgevers gestuurd. De meeste jongens zijn naar de Buna-werke gegaan'.