In de nacht van 9 op 10 mei 1944 schiet het verzet bij de Helsluis twee landwachters dood. Als represaille worden in de week daarna aan beide zijden van de rivier de Merwede honderden veelal jonge mannen opgepakt en door de bezetter weggevoerd. Van deze mannen keren er 26 niet terug.

Vorige persoon (A.M. Heijmans) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (A. Heijst)
hart

2 personen hebben Johannes Adrianus Heijmans in hun hart gesloten.

In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.

Naam: Johannes Adrianus Heijmans
Roepnaam: Johan
 
Geboren:zaterdag 6 december 1919 te Werkendam
Overleden: vrijdag 11 november 1994 te Veldhoven
 
Adres:C 232
Woonplaats:Hank/Dussen
Beroep:Landarbeider
 
Anmeldung Lippendorf 4 Hinweiskarte Johannes A. Heijmans Administratiekaart Johan Heijmans in Kamp Amersfoort Transportkaart Johan Heijmans Kamp Amersfoort (Bron: digitaal archief ITS Bad Arolsen) Häftlingsgeldverwaltung Johan Heijmans Kamp Amersfoort (Bron digitaal archief ITS Bad Arolsen) Johan Heijmans
 
Opgepakt op 16 mei 1944 bij de vergeldingsrazzia te Sliedrecht, Giessendam, Hardinxveld, Werkendam en de Biesbosch: op de polder van het Kroondomein in de Biesbosch.
 
Op dinsdag 16 mei 1944 per overvalwagen afgevoerd naar het PDA in Amersfoort
 
In het PDA ingeschreven onder gevangenenummer: 1233
 
Tussen 16 mei 1944 en 7 juli 1944 werden 263 gegijzelden vrijgelaten
Johannes Adrianus Heijmans is NIET vrijgelaten
 
Op 7 juli 1944 's-morgens om 02:30 uur werden de gevangenen afgemarcheerd naar het station in Amersfoort om per trein naar Duitsland vervoerd te worden.
 
Kampen in duitsland:
Plaats, kamp: Schkopau, Gemeinschaftslager
Plaats, kamp: Lippendorf, De Kippe
Plaats, kamp: Peres, Alpenrose
 
Persoonlijk verhaal:
 

In het boekje Brabantse Merwedegijzelaars (uitgave Historische Vereniging Werkendam en De Werken c.a. uit mei 2011) lezen we het volgende:

In mei 1944 werkt Johan Heijmans met zijn broers Adriaan en Martien in de Biesbosch op de polder van het Kroondomein. Tijdens de razzia van 16 mei 1944 worden de drie broers Heijmans opgepakt. Martien is nog te jong en wordt direct vrijgelaten. De broers Johan en Adriaan worden afgevoerd naar Kamp Amersfoort. De dagindeling is in de houding staan en straflopen, aangevoerd door de honden van Kotalla en kniebuigingen maken. Wisten zij dit alles niet tot een goed einde te brengen, dan wachtte hen de Rozentuin. 's Avonds moeten zij aantreden om te kijken naar de anderen die in de Rozentuin zijn beland en daar gefolterd worden. In juli 1944 gaat Johan op transport naar Duitsland. Zijn broer Adriaan wordt vrijgelaten. Heijmans verblijft in kamp Schkopau, de Kippe te Lippendorf en Alpenrose te Peres.

In het kamp verblijft ook Arie, een gevangene die elke avond in elke barak een rozenhoedje bidt. Op een zaterdag zegt Arie tegen Johan Heijmans: "Jan, ik ga morgen naar de kerk", waarop Heijmans zegt: 'Niet doen Arie, ze slaan je dood". Arie ontsnapt in de vroege morgen en komt tegen de avond gewoon door de ingang het kamp binnen. Hij wordt direct meegenomen en naar de martelkamer gebracht. Hij geeft geen kik en als ze ophouden zegt Arie in gebrekkig Duits: "Met zijn allen zijn jullie niet in staat mij zoveel slaag te geven als O.L. Heer gekregen heeft". Buiten gekomen toont hij zijn letsel en zegt: "Ik ga volgende week weer naar de kerk". Het mooiste is dat hij daarna niet meer werd tegen gehouden.

NB Uit onderzoek kwam naar voren dat dit waarschijnlijk om gijzelaar Arie Mors uit Akersloot (uit de groep gijzelaars uit Beverwijk/Velsen Noord) is gegaan. Aries zoon Kees bevestigt dit in juni 2024.

Omdat de Duitsers geen mensen meer hebben om de lijken te begraven, wordt Heijmans daarvoor met een medegevangene aangewezen. Dagelijks leggen zij de lijken elk in een papieren doos en brengen ze ze met een rouwkar naar een braakliggend terrein in een naburig dorp om te begraven. Na elke begrafenis knielen zij neer bij het graf en bidden voor de overledenen. De namen van hen die zij begraven hebben, worden doorgegeven aan de burgemeester van dat dorp. Tijdens de terugweg naar het dorp bedelen ze bij de bewoners om iets te eten.  

In Kamp Alpenrose worden ze bevrijd door de Amerikanen. Gedurende zes weken werkt Heijmans voor de Amerikanen aan de wegenbouw, tot hij op transport naar Nederland gesteld wordt. Het transport arriveert echter in Frankrijk. Eenmaal in Maastricht komen zij in een school terecht.Hier worden ze ontluisd en wordt hun status nagekeken. Daarna mogen ze vertrekken, zonder een cent op zak. Het weerzien met zijn ouders, verloofde, broers en zusters moet de gelukkigste dag van zijn leven zijn geweest.

"Opa was een stevig gezet 'knoeperke', gehard door de natuur en zijn werk. Toch zou hij er ondanks zijn kracht aan onderdoor gegaan zijn, hij kreeg namelijk hongeroedeem. Het dagelijks leven bestond uit een lepel koolraapsoep en een hompje brood. Ondanks dit euvel, zondigde hij niet door gevaarlijke producten  zoals voederbieten en gekookte brandnetels te eten, wat nadelig zou zijn voor zijn darmen die door het slechte voedsel waren verzwakt en bloeddiarree zou hebben veroorzaakt, met de dood tot gevolg. Het gevaarlijkste was wel de overname door de Amerikanen. Na vijf dagen en vijf nachten zonder eten of drinken in een bunker te hebben doorgebracht, richtten enkele zwaarbeschonken Amerikanen hun wapens op hen. Doordat één van de gevangenen Engels sprak, was het mogelijk een Amerikaanse officier duidelijk te maken dat zij gijzelaars waren. Een goede raad van opa: "Om zoveel mogelijk uit de gevarenzone te blijven, is het verstandig niet op de voorgrond te treden. Niet te lachen of grijnslach te vertonen en 'horen, zien en zwijgen'.

Verhaal opgetekend door een kleindochter van Johan Heijmans.


Vorige persoon (A.M. Heijmans) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (A. Heijst)