In de nacht van 9 op 10 mei 1944 schiet het verzet bij de Helsluis twee landwachters dood. Als represaille worden in de week daarna aan beide zijden van de rivier de Merwede honderden veelal jonge mannen opgepakt en door de bezetter weggevoerd. Van deze mannen keren er 26 niet terug.

Vorige persoon (J.W. Noordennen) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (J.A. Ooms)
hart

Een persoon heeft Mijndert Notenboom in het hart gesloten.

In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.

Naam: Mijndert Notenboom
Roepnaam: Marien
 
Geboren:maandag 21 maart 1921 te Numansdorp
Overleden: dinsdag 17 augustus 1999
 
Adres:Voorstraat 8
Woonplaats:Klaaswaal
Beroep:Landarbeider
 
Kassenbeleg Kamp Amersfoort van mannen die zijn vrijgelaten op 6 juli 1944 Transportkaart Marien Notenboom Kamp Amersfoort (Bron: digitaal archief ITS Bad Arolsen) Häftlingsgeldverwaltung Marien Notenboom Kamp Amersfoort (Bron digitaal archief ITS Bad Arolsen) Administratiekaart Marien Notenboom in Kamp Amersfoort (Bron: digitaal archief ITS Bad Arolsen)
 
Opgepakt op 16 mei 1944 bij de vergeldingsrazzia te Sliedrecht, Giessendam, Hardinxveld, Werkendam en de Biesbosch: aan het werk op het land in de Biesbosch.
 
Op dinsdag 16 mei 1944 per overvalwagen afgevoerd naar het PDA in Amersfoort
 
In het PDA ingeschreven onder gevangenenummer: 1222
 
Tussen 16 mei 1944 en 7 juli 1944 werden 263 gegijzelden vrijgelaten
Mijndert Notenboom is vrijgelaten: juni 1944
 
Persoonlijk verhaal:
 

Als er vanwege de inundatie en verplichte evacuatie geen werk meer in de Ambachtsheerlijkheid (ABH) Cromstrijen zou zijn, zouden de paarden en machines van de ABH worden gevorderd en zou voor het personeel tewerkstelling in Duitsland volgen. Om dit te voorkomen nam rentmeester Arie Vlielander werk aan in de Biesbosch bij de Steenen Muur, in de Keizersguldenwaard en in Vlijmen (NB) om in totaal 93 hectare met verschillende voedingsgewassen te betelen. Volgens zijn rapport vertrokken dertig tot veertig arbeiders naar de Biesbosch. Van de mensen in de Biesbosch zijn er bij de Merwerazzia door de bezetter zeven opgepakt: Jan van Geemert, Johan de Graaf, Andries Hagoort, Aart de Klerk, Jan Korbijn, Janus van Kralingen en Marien Notenboom.

In Kamp Amersfoort moesten de gevangenen strovlechten. Op een dag zag iemand de auto van hun werkgever, rentmeester Arie Vlielander, op het terrein staan. Omdat Vlielander altijd veel voor zijn personeel deed, gaf dat de mannen hoop. Er werden vaker gijzelaars in vrijheid gesteld omdat hun werkgever zich daarvoor had ingespannen bij de Duitsers. Bij het volgende appel stonden ze gespannen te wachten tot hun namen zouden worden afgeroepen en ze konden gaan. Dat gebeurde echter niet. Later is hun verteld dat Vlielander bij zijn vertrek de toestemming voor de vrijlating van zijn mensen op zak had, maar dat de kampleiding vlak daarna van hogerhand het bevel kreeg dat er niemand meer vrijgelaten mocht worden. Door tussenkomst van een door derden ingeschakelde NSB'er waren de collega's Johan de Graaf en Marien Notenboom net op tijd aan deportatie naar Duitsland ontkomen. 

De overige vijf gingen wel op transport naar Duitsland, waar Janus van Kralingen op 2 december 1944 aan de gevolgen van difterie is overleden. Zijn kameraden van de Ambachtsheerlijkheid hebben hem begraven op een stuk weiland, waar nog meer Nederlandse slachtoffers van het kamp lagen.

Tot de groep Merwedegijzelaars behoorden nog vier Hoeksche Waarders: Teunis Koesveld en Arie Buitendijk uit Zuid-Beijerland, Koos van Eekelen uit Numansdorp en Wim de Kievit uit 's-Gravendeel. Alle gevangen Hoeksche Waarders waren landarbeiders, behalve Wim de Kievit. Hij was als smid werkzaam in de smederij van zijn oom aan de Bandijk in de Biesbosch toen hij werd opgepakt. Omdat hij nog maar 17 jaar was, dacht hij niets te vrezen te hebben en had hij zich niet schuilgehouden. Dat was een ernstige misrekening. De drie anderen hadden tijdens de inundatie zelf werk gevonden rond de Merwede, waar zij tijdens de klopjacht op 16 mei 1944 werden opgepakt. Volgens het Rode Kruis is Teunis Koesveld op 8 oktober 1944 overleden aan dysenterie. Hij stierf in het Stadkrankenhaus in Borna, waarin hij zes dagen eerder was opgenomen. Hij werd begraven in Borna en na de oorlog herbegraven op het Ereveld in Loenen, dat in 1949 is geopend.

Bron: Oorlog in de Hoeksche Waard 1940 - 1945, het hoofdstuk 'Dagelijks leven onder de bezetting' door Willy Spaan, pag. 69 t/m 72 (uitgave oktober 2015).

Aanvullende informatie op 7 maart 2016 verkregen van Willy Spaan:
Familieleden van de Numansdorpers Johan de Graaf en Marien Notenboom wisten tijdig, nadat de razzia had plaatsgehad en de jongemannen nog in Amersfoort zaten, een invloedrijke NSB’er in Puttershoek te benaderen om hem te bewegen hun zonen (en de collega's van de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen?) vrij te krijgen. De NSB’er liet zich voor elke gijzelaar voor wie hij moeite moest doen goed betalen. Toen men bij de moeder van een gijzelaar in Numansdorp kwam die daaraan niet kon voldoen, heeft men de andere ouders van de gegijzelde medewerkers van de ABH Cromstrijen niet meer benaderd. Zo luidde het treurige verhaal achteraf.


Vorige persoon (J.W. Noordennen) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (J.A. Ooms)