Bas van den Herik is niet met de andere gijzelaars in de nacht van 6 op 7 juli 1944 op transport gegaan. Door ziekte gaat hij pas op 20 juli 1944 op transport.

Op 19 maart 2009 ontving ik per mail de volgende gegevens van Bas van den Heriks dochter Connie:
'Ook mijn vader is bij de razzia van 16 mei 1944 opgepakt. In eerste instantie was hij samen met een andere jongen een dak op gevlucht, maar helaas kwamen ze te vroeg weer naar beneden: er passeerde net nog een Duitser. Hij was die dag waarschijnlijk een van de laatste jongens die opgepakt zijn. Mijn vader heeft na Kamp Amersfoort een iets andere geschiedenis dan de meeste Merwedegijzelaars. Doordat hij in Amersfoort ernstig ziek werd, is hij niet meegegaan op het transport van 7 juli 1944. Uiteindelijk is hij wel later afgevoerd naar Duitsland, maar tussen wildvreemde mensen. Hij kwam terecht in Espenhain onder Leipzig en werd te werk gesteld bij de A.G. Sachsische Werke (bruinkoolmijnen, brandstofwinning voor het Duitse leger) te Böhlen. Volgens zijn verhalen waren er niet of nauwelijks Nederlanders in dat kamp, wel veel Russen en Polen. Zoals hij er over vertelde, was het een soort straf-concentratiekamp. Mijn vader kan helaas zelf niet meer er over vertellen. Hij is afgelopen december op 85-jarige leeftijd overleden'.

Uit gegevens van Kamp Amersfoort blijkt dat Bas van den Herik op 21 juli 1944 op transport naar Duitsland is gesteld, twee weken later dan de groep Merwedegijzelaars, waar hij oorspronkelijk dus wel deel van uitmaakte.