4 personen hebben Pieter Harkema jr. in hun hart gesloten.
In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.
Naam: | Pieter Harkema jr. |
Roepnaam: | Piet |
Geboren: | zondag 25 januari 1920 te Appingedam |
Overleden: | dinsdag 13 maart 1945 te Zöschen, Landkreis Merseburg |
Begraven: | maart 1945 te Zöschen, Ehrenmal in het park |
Adres: | Rembrandtlaan 12 |
Woonplaats: | Sliedrecht |
Beroep: | Machinist |
Opgepakt op 16 mei 1944 bij de vergeldingsrazzia te Sliedrecht, Giessendam, Hardinxveld, Werkendam en de Biesbosch: thuis in Sliedrecht. | |
Op dinsdag 16 mei 1944 per overvalwagen afgevoerd naar het PDA in Amersfoort | |
In het PDA ingeschreven onder gevangenenummer: 1169 | |
Tussen 16 mei 1944 en 7 juli 1944 werden 263 gegijzelden vrijgelaten | |
Pieter Harkema jr. is NIET vrijgelaten | |
Op 7 juli 1944 's-morgens om 02:30 uur werden de gevangenen afgemarcheerd naar het station in Amersfoort om per trein naar Duitsland vervoerd te worden. | |
Kampen in duitsland: | |
Plaats, kamp: | Schkopau, Gemeinschaftslager |
Plaats, kamp: | Zöschen, Lager |
Werkplekken in duitsland: | |
Plaats, plek: | Schkopau, BUNA-Werke |
Persoonlijk verhaal: | |
Arie Vlot (1920) vertelt in een gesprek op 22 juli 2015 over zijn vriend Pieter Harkema en wat hij zelf meemaakte die 16e mei 1944, het volgende: 'Piet woonde indertijd met zijn vader, moeder en zijn jongere zuster aan het Van den Houte Willemsplein nr. 7, waaraan grenzend het kantoortje van de vakbond, waarvan zijn vader bestuurder was, was gevestigd. Zelf woonde ik bij mijn ouders in de Prins Hendrikstraat nr. 59, er vlak achter dus en zo ben ik bevriend met hem geraakt toen de familie Harkema daar (in 1937) kwam wonen. In die tijd had hij net als ik, elektrisch lassen geleerd, maar dat beviel hem helemaal niet, hij vond het maar een rot vak. Zodoende is hij in het begin van de oorlog naar de machinistenschool in Dordrecht gegaan. Piet was een intelligente vent, waar een ander voor die opleiding twee jaar nodig had, deed hij het in één jaar. Maar daarna moest je stage lopen en daarbij een bepaald aantal vaaruren maken om je officiële papieren te krijgen. De enige mogelijkheid waar hij toen voor kon varen, was een Noorse rederij en of hij die stageplek via de machinistenschool gekregen heeft, weet ik niet. De naam van het schip heb ik wel geweten, maar die kan ik mij thans niet meer herinneren. Zijn vader vertelde me in die tijd wel dat hij o.a. in Kirkenes in het noorden van Noorwegen was geweest. Zelf werkte ik bij Aviolanda in Papendrecht en ging elke dag met de bus vanaf de kerk naar mijn werk. Maar wat gebeurt er in z'n dorp, mensen die al vroeg op straat kwamen hadden al gauw gezien dat het halve dorp vol reed met die Grüne Polizei, het grootste tuig dat er rondliep, kettinghonden noemden ze die. Dus iedereen die z'n hoofd buiten de deur stak, werd verteld dat er een razzia gehouden werd. Zo ben ik dus ook gewaarschuwd en begon rond te kijken waar ik me zou kunnen verstoppen. Eerst wilde ik met een roeiboot naar een griend bij de werf van Van Rees oversteken maar daar zag ik al Duitsers op de werf rond lopen. Toen dacht ik, weet je wat, ik steek het Middeldiep over naar die grote hoepschuren die je daar had staan, maar daar liepen ze ook al rond. Ik ben maar weer teruggelopen met mijn zakje brood naar onze straat om een schuilplekje te zoeken. Uiteindelijk ben ik naar opoe De Jager gegaan die woonde in de Prins Hendrikstraat 49. Bij haar waren al een paar jongens uit de buurt ondergedoken. Daar werd ik bij de anderen die daar onder de vloer zaten gestopt, dat waren Aart de Jager haar kleinzoon, die in het huis ernaast woonde en Lies Stuij en Wim Stuij, twee broers uit de Wilhelminastraat. Of mijn broer Wout daar nou ook bij zat weet ik niet zeker meer, maar we zaten daar met vier of vijf jongens. Toen de Duitsers in dat huis kwamen controleren, konden we ze boven ons duidelijk met de mensen horen spreken. Van heel die ploeg jongens bij ons uit het blok is er toen niemand gegrepen'. Piet Harkema overlijdt op 25-jarige leeftijd te Dölkau en heeft zijn laatste rustplaats gevonden in het park in Zöschen. Op 7 oktober 2019 heeft de Duitse kunstenaar Gunter Demnig een Struikelsteen voor Pieter Harkema gelegd bij het adres Rembrandtlaan 20, waar Pieter met zijn zusje Riek en ouders woonde. Bij de steenlegging waren zoon Jan en dochter Ina van Riek Zijlstra-Harkema aanwezig. Jan Zijlstra hield er de volgende indrukwekkende toespraak: "Vandaag staan we voor het huis waar ruim vijfenzeventig jaar geleden de familie Harkema woonde. Het gezin bestond uit Pieter Roelof Harkema, onze opa, Trijntje Harkema en de kinderen Piet en Riek, onze moeder. Graag wil ik namens de familie alle mensen bedanken voor het initiatief om in Sliedrecht struikelstenen te plaatsen. Als op 16 september 1944 onze opa Piet Harkema terugkomt uit kamp Vught is er veel gebeurd. In mei van dat jaar werden honderden jonge mannen opgepakt uit Sliedrecht en omgeving, waaronder mijn oom Piet, hij is dan 24 jaar. Ook werden in die periode 21 veelal vooraanstaande mannen opgepakt, waaronder mijn opa, en afgevoerd naar kamp Vught. De opgepakte jongens en mannen kregen de naam Merwedegijzelaars. De laatste maanden heb ik me gerealiseerd dat opa en ik, hoewel we een bijzonder goede band hadden, nauwelijks over de oorlog gesproken hebben. En de dood van zijn enige zoon Piet, de broer van onze moeder, bleek een te groot verdriet om met kleinkinderen te bespreken. Later realiseerde ik me hoe onbeschrijflijk pijnlijk dit verlies voor hen heeft moeten zijn. Gevoeld heb ik het wel. Het boek dat opa schreef over zijn maanden in het kamp heb ik nooit uit kunnen lezen. De eerste weken na de bevrijding was het niet duidelijk of Piet zou terugkeren uit Duitsland. Vrijwel dagelijks ging zusje Riek naar het station in de hoop en de verwachting dat broer Piet zou terugkeren, maar keer op keer slofte ze verdrietig terug naar huis waar haar moeder, naar later bleek, vergeefs hoopte op de terugkeer van hun zoon. Trijntje heeft het verlies van haar zoon nooit een plaats kunnen geven, haar dochter Riek, onze moeder, verliet al vlot het dorp Sliedrecht. En opa, overlever van kamp Vught, stortte zich vol overgave op zijn werk voor het Parool. Later bleek dat oom Piet op vijfentwintigjarige leeftijd, drie weken voor het einde van de oorlog, door de ontberingen was omgekomen in Zöschen. Zijn dood tekende het leven van degenen die achterbleven. Vandaag, 7 oktober 2019 vele jaren later, staan we voor het huis dat Piet moest verlaten en plaatsen ter nagedachtenis een troostrijke struikelsteen. We leven al 75 jaar in vrede, voelen soms nog de krassen in onze ziel over wat gebeurd is, wat voorbij is, maar niet vergeten mag worden". |