Op 18 maart 2009 vertellen Rie (1933), de jongste zus van Arie, en Piets (1923), de oudste zus van Arie, het volgende verhaal: 'Wij hadden vroeger een kruidenierswinkel aan de Rivierdijk in Hardinxveld. We waren met vier kinderen, Piets, Arie, Truus en Rie. Arie studeerde in de oorlog aan de technische school in Rotterdam. Dinsdag 16 mei vertrok hij 's ochtends van huis om de trein naar Rotterdam te pakken. Op weg naar de trein werd hij aangehouden. Aan een toevallige voorbijganger had Arie gevraagd of deze bij ons thuis wilde gaan zeggen, dat hij was opgepakt. Dat heeft deze man ook gedaan. Onze vader maakte zich eerst niet zo'n zorgen, omdat Arie een speciale Ausweis had als student. Toen we in de loop van de dag te weten kwamen, dat er heel veel jonge jongens opgepakt waren, veranderde dat. We wisten dat de mannen die waren opgepakt allemaal naar het plein van de School met de Bijbel gebracht werden. Daar zijn wij verschillende keren die dag wezen kijken. Ter hoogte van de winkel van Van Vliet kon je ze namelijk precies zien staan. We probeerden nog om Arie daar wat eten te brengen, maar dat werd niet toegestaan. Later die dag, kwamen er van die grote auto's die de jongens wegvoerden, maar wij wisten toen nog niet waarheen. Later kregen we bericht, dat ze naar Kamp Amersfoort waren gebracht. In de weken die volgden werden er steeds jongens vrijgelaten en wij hoopten ook dat Arie daar op een dag bij zou zijn. Helaas was dat niet het geval. Alleen de mannen die bij de scheepswerven hier in de buurt werkten en daar dus nodig waren, werden naar huis gestuurd. Na een week of vijf kregen we bericht, dat we ervoor moesten zorgen dat er een koffer in Amersfoort kwam, want Arie zou op transport naar Duitsland gesteld worden. Onze vader en moeder zijn de koffer zelf wezen brengen, in de hoop dat ze hun zoon zouden kunnen zien. Maar daar was geen sprake van. De koffer moest bij de entree worden afgegeven, daarna konden ze direct naar huis. Uit Duitsland hebben we nog een enkele brief van Arie gekregen. Op 4 mei 1945 toen Nederland bevrijd was en feest vierde, kwamen er mensen bij ons vragen waarom bij ons de vlag niet uithing. Onze moeder zei, dat de vlag niet eerder uitging dan dat Arie thuis zou zijn. Later hoorden we, dat Arie precies op 4 mei is gestorven. Hij was toen al op de weg terug naar huis. Ernstig verzwakt door TBC kreeg hij er tyfus bij en dat werd hem noodlottig. Op 19-jarige leeftijd stierf hij in Petershagen in Duitsland, waar hij ook werd begraven. Een man uit Maastricht die daar bij was, heeft er later via de Oorlogsgravenstichting voor gezorgd, dat Arie (in 1952) in Hardinxveld herbegraven kon worden. Wij vernamen het slechte nieuws van zijn dood in juni 1945. Henk Visser uit Sliedrecht, die er bij was toen Arie stierf heeft er via enkele andere Merwedegijzelaars, Eef de Wit, Henk van Trooijen en Bas van der Starre, voor gezorgd, dat wij op de hoogte gesteld werden. De woorden die onze moeder in mei 1945 over het vlaggen sprak, hebben stand gehouden. De vlag is bij ons thuis namelijk nooit meer uitgegaan en dat is bij ons allebei nog steeds zo. Op 4 mei hangt ie halfstok, op 5 mei vlaggen we niet.' |