De heer Andries Hagoort woont in mei 1940 met zijn familie (drie broers en vier zusters) in Numansdorp. Hij werkt in de oorlogsjaren als landarbeider bij de Ambachtsheerlijkheid in Numansdorp. In 1943 wordt zijn broer Jan Hendrik verplicht tewerkgesteld in Duitsland.
Het gezin moet omstreeks februari 1944 evacueren, omdat de Duitsers Numansdorp willen innemen. Zij gaan naar familie in Strijen (bij een zuster van Andries Hagoorts moeder). Het land rond Numansdorp wordt onder water gezet. De Ambachtsheerlijkheid huurde land in de Biesbosch bij Werkendam. De heer Hagoort werkt vanaf die tijd in de Biesbosch, waar hij door de week verblijft. In de weekenden gaat hij naar zijn ouders in Strijen.
Andries Hagoort is op 16 mei 1944 aan het werk op het land in de Biesbosch. De Duitsers hebben 's ochtends vroeg al vijf jonge mannen opgepakt die tussen de 18 en 25 jaar oud zijn. De heer Hagoort wordt gecontroleerd, maar mag weer gaan (hij was nog maar 17 jaar oud). Tegen de avond, hij was van zijn werk op weg naar huis, wordt hij alsnog door de Duitsers aangehouden en moet blijven. Een van zijn oudere broers, die ook bij de Ambachtsheerlijkheid werkt, ziet hem tussen de gearresteerden zitten. Andries Hagoort wordt met een aantal andere opgepakte jongens met een vrachtwagen naar Hardinxveld gebracht. Dezelfde avond wordt hij met honderden jonge mannen in volgepropte vrachtwagens naar Kamp Amersfoort vervoerd waar zij 's nachts omstreeks drie uur aankomen. Pas na aankomst daar wordt hem duidelijk waarom hij is opgepakt: hij is slachtoffer van de represaille naar aanleiding van de liquidatie van Landwachter Westdijk door verzetsmensen.
In Kamp Amersfoort moet Andries Hagoort stro vlechten. Kort na aankomst wordt hij 's nachts bij een plotselinge controle door een dronken Duitser hard op zijn hoofd geslagen met een stuk hout. Hij krijgt een grote buil en zorgt er daarna voor zich op de achtergrond te houden als er weer van dat soort controles zijn.
Op 7 juli 1944 gaat Andries Hagoort op transport naar Duitsland. Hij komt er terecht in Schkopau en wordt in een fabriek tewerkgesteld. Hij wordt met medegevangenen ondergebracht in een Lager bij de fabriek. Het Lager is niet omheind. De gevangenen moeten het prikkeldraad zelf aanbrengen. Hij wordt voortdurend bewaakt, ontsnappen is niet mogelijk.
Na ongeveer veertien dagen wordt Andries Hagoort met andere gevangenen uit het kamp in Schkopau ondergebracht in een kamp bij het dorp Lippendorf. Dit kamp wordt 'De Kippe' genoemd en ligt op een berghelling. Het kamp is omheind en wordt dag en nacht bewaakt. De gevangenen worden ondergebrachtg in ronde hutten van karton, die aan alle kanten lekken. Andries Hagoort moet steeds voor dezelfde fabriek werken: Aktiengesellschaft Sachsische Werke (ASW), Braunkohlen und Grosskraftwerk Bohlen. In oktober 1944 wordt hij overgeplaatst naar een kamp in Peres, een dorp dat ongeveer vijf kilometer van Lippendorf ligt. Ook daar wordt hij voortdurend bewaakt en moet hij werken voor ASW. De omstandigheden in de kampen en tijdens het werk zijn zwaar. In oktober 1944 zijn er onder de gevangenen al veel doden gevallen.
De heer Hagoort leed honger en zat in een slecht commando. Hij werd in Peres in een beter commando geplaatst waardoor de werkomstandigheden voor hem iets lichter werden. Hij werd onder bewaking van en naar het werk gebracht. Hij moest een keer tijdens de terugtocht naar het kamp naar de WC. Hij kwam niet snel genoeg terug en werd bij terugkomst keihard door een Russische bewaker met een geweerkolf in zijn rug geslagen. De Rus sloeg zo hard dat de geweerkolf stuk ging. Andries Hagoort liep dagenlang kreupel door de pijn in zijn rug en heeft zijn hele leven rugklachten gehouden. Rond kerst 1944 lag lag de heer Hagoort ook met voetwonden in de ziekenbarak. Zijn voeten waren er zo slecht aan toe, dat hij amper kon lopen. Hij verbleef enkele maanden in de barak, maar werd, hoewel zijn voeten nog niet hersteld waren, door een Duitse arts weer naar het werk gestuurd.
Er is zeer vaak luchtalarm. Ook zijn er op korte afstand (binnen twee kilometer) bombardementen. Als gevolg hiervan raakt het kamp beschadigd, hoewel het kamp niet zelf getroffen wordt.
Op 13 april 1945 is er pantseralarm. Alle gevangenen moeten op de appelplaats komen en loopgraven maken. Op 14 april 1945 is de bewaking verdwenen. Andries Hagoort gaat dan met een groep van circa twintig man op weg richting front, op zoek naar geallieerden. Zij zien onderweg een dorp dat beschoten wordt en in brand staat. Zij schuilen enige tijd in een opslagruimte in een berg. Kort daarop worden zij bevrijd door de Amerikanen en krijgen ze van hen eten. De heer Hagoort heeft na de bevrijding ongeveer tien dagen doorgebracht in een dorp in de omgeving van Peres. Hij was ondergebracht in het huis van de burgemeester van dat dorp. Hij is later overgebracht naar Zeitz, een stadje niet ver van Leipzig. Hij zat daar in een burcht. Na enige tijd wordt hij met andere oud-gevangenen uit Peres in open vrachtwagens overgebracht naar Leipzig. Van daaruit reist hij per trein naar Nederland. De reis duurt vijf dagen. Op 13 juni 1945 komt hij in Valkenburg aan, waar hij medisch gekeurd wordt. De keuringsarts is niet helemaal tevreden, maar laat hem toch gaan, zodat hij naar huis kan. Andries Hagoort keert in juni 1945 terug bij zijn familie in Strijen.
Na zijn thuiskomst blijft hij twee a drie weken thuis om geestelijk en lichamelijk op verhaal te komen. Vervolgens gaat Andries weer bij zijn oude werkgever, de Ambachtsheerlijkheid, aan het werk. Hij wordt in 1946 opgeroepen voor keuring voor militaire dienst. Tijdens deze keuring constateert men dat hij long-tbc heeft en wordt daardoor afgekeurd. Hij kuurt drie jaar thuis in een houten ligtent, waarna hij opnieuw aan het werk gaat bij de Ambachtsheerlijkheid. In 1957 blijkt hij weer tbc te hebben en moet hij opnieuw drie jaar kuren.
Informatie afkomstig uit het Sociaal Rapport, opgesteld door de Stichting 1940-1945 aan de hand van door Andries Hagoort op 8 december 2004 verstrekte gegevens.
Op 27 juni 2011 heeft Diete Oudesluijs in opdracht van Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort een interview gehouden net de heren Andries Hagoort en Jan Korbijn in aanwezigheid van Anja van der Starre. Dit interview is vastgelegd op film. |