In het boekje Brabantse Merwedegijzelaars (uitgave Historische Vereniging Werkendam en De Werken c.a. uit mei 2011) lezen we het volgende:

Krijn Janse wordt geboren op de boerderij aan de Kroonweg en treedt in de voetsporen van zijn vader. Tijdens de razzia van 16 mei 1944 wordt hij in de Biesbosch opgepakt met nog meer boerenzonen en -knechten, zoals Cees Ippel uit Werkendam. "We hadden de avond daarvoor al gehoord over de razzia, maar dachten dat wij niet opgepakt zouden worden". Zelf heeft Janse net de koeien gemolken in de vroege ochtend, als hij ziet dat Cees Ippel is opgepakt. Hij probeert nog met de Duitsers te praten, maar wordt dan zelf opgepakt. Ze vertellen hem dat zijn papieren gecontroleerd moeten worden in Rotterdam. Tegen zijn moeder, die ziek op bed ligt vanwege een operatie, zeggen de soldaten dat hij dezelfde avond weer terug is. In de nabij gelegen brugwachterswoning bij de Kroonbrug woont in die tijd de familie Polak. Brugwachter Teunis Polak is vlak voor de razzia overleden, maar nog niet begraven. Zijn zoon ontsnapt aan de razzia, omdat de Duitsers het huis links laten liggen. In goed vertrouwen gaat Krijn Janse mee naar smid Jaap de Kreek, waar ze de gehele dag worden vastgehouden. Eenmaal opgeladen in een Duitse overvalwagen begrijpt hij al snel dat ze niet naar Rotterdam gaan. Hij vermoedt dat de veranderde, meer vijandige houding van de Duitsers te maken heeft met enkele onderduikers die ook zijn opgepakt. Na zijn verblijf in Amersfoort wordt Janse begin juli 1944 op transport gezet naar Duitsland. Daar verblijft hij in Schkopau, De Kippe te Lippendorf en Alpenrose in Peres. Kerst 1944 onderneemt hij met drie anderen, twee uit Beverwijk en één uit Groningen, een ontsnappingspoging. Later wordt Janse toch weer opgepakt en naar het kamp teruggebracht. "We hadden zo'n honger dat je zelfs de randen van de schalen aflikte om nog wat eten binnen te krijgen". Na de bevrijding door de Amerikanen keert hij 18 mei 1945 terug in de Biesbosch op het boerenbedrijf van zijn vader, een jaar en twee dagen nadat hij werd opgepakt tijdens de razzia. De boerderij die in de oorlog al deels is verwoest, gaat tijdens de Watersnoodramp geheel verloren. Daarna wordt een nieuwe boerderij gebouwd. Anno 2011 woont hij nog altijd in de Biesbosch, aan de Kroonweg. Net als vele andere gijzelaars is het na al die jaren nog altijd moeilijk voor hem om over zijn verblijf in Kamp Amersfoort en de Duitse kampen te praten, al weet hij zijn kampnummer 1122 nog blindelings. "Ik heb zwarte sneeuw gezien". Over Cees Ippel die gelijktijdig met hem werd opgepakt en op 4 juli 1945 overleed in Coswig in Duitsland, is hij nog altijd intens verdrietig. "Zijn ouders zijn gestorven van verdriet om hun zoon".