7 personen hebben Jacob van der Knaap in hun hart gesloten.
In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.
Naam: | Jacob van der Knaap |
Roepnaam: | Jaap |
Geboren: | woensdag 1 juli 1925 te Sliedrecht |
Overleden: | donderdag 2 november 1944 te Obhausen, Landkreis Querfurt |
Herbegraven: | dinsdag 21 december 1948 te Sliedrecht (Graf G 88, laag 2) |
Adres: | Julianastraat 30 |
Woonplaats: | Sliedrecht |
Beroep: | Arbeider |
Opgepakt op 16 mei 1944 bij de vergeldingsrazzia te Sliedrecht, Giessendam, Hardinxveld, Werkendam en de Biesbosch: in de bus in Sliedrecht onderweg naar zijn werk in Alblasserdam. | |
Op dinsdag 16 mei 1944 per overvalwagen afgevoerd naar het PDA in Amersfoort | |
In het PDA ingeschreven onder gevangenenummer: 1099 | |
Tussen 16 mei 1944 en 7 juli 1944 werden 263 gegijzelden vrijgelaten | |
Jacob van der Knaap is NIET vrijgelaten | |
Op 7 juli 1944 's-morgens om 02:30 uur werden de gevangenen afgemarcheerd naar het station in Amersfoort om per trein naar Duitsland vervoerd te worden. | |
Kampen in duitsland: | |
Plaats, kamp: | Schafstädt, Lager |
Persoonlijk verhaal: | |
Wim van den Heerik uit Sliedrecht sprak op 3 april 2013 met Adri Boer-van der Knaap, een zuster van Jaap. Zij vertelt: ‘Toen mijn broer werd opgepakt, woonden wij in de Langstraat 30, die eigenlijk Julianastraat heette, maar op bevel van de Duitsers in 1942 zo was omgedoopt (er mochten geen levende leden van de Koninklijke familie vernoemd worden). 16 mei 1944, de dag van de razzia, moest Jaap voor de Duitsers werk bij de Alblasserdamse brug verrichten. Hij ging er ’s morgens vroeg met de bus heen. Onderweg werd hij uit de bus gehaald met andere jongens die allemaal in een bepaalde leeftijdscategorie vielen. Dat moet in Wijk C of D geweest zijn, want toen Jaap met een groep andere jongens werd weggevoerd richting centrum, passeerden zij een oom van ons, Jan van de Graaf, een halfbroer van onze vader. Deze stond voor de stoep waarin hij woonde, op C 504, aan de dijk en zag de jongens onder bewaking voorbij trekken, zonder dat hij iets uit kon richten, zoals hij later vertelde. We hadden thuis een groot gezin en omdat vader langdurig ziek was, diende Jaap als oudste zoon, voor kostwinner. Hij deed daartoe allerlei werk, zo was hij onder andere hulp bij een groenteboer. De dag dat Jaap werd opgepakt, ben ik met een zuster van me bij de kerk gaan kijken. Daar stonden alle opgepakte jongens bij elkaar. Het brood wat we meegebracht hadden, mochten we niet aan hem afgeven. Tegen de avond werden de jongens ingeladen in legerwagens. Bij het instappen wees Jaap met zijn vinger naar de mond om aan te geven dat hij honger had. Later kwam er bericht uit Amersfoort, dat we een koffer met kleding moesten brengen. Mijn oudste zuster Maria en ome Jaap van der Knaap hebben deze daar heen gebracht. Al vrij snel kwamen er jongens terug en stuurde moeder ons regelmatig naar de Stationsweg om te kijken of Jaap er deze keer ook bij zou zijn. Het is voorgekomen dat de Stationsweg vol liep met teruggekeerde jongens en belangstellenden. Jos Kraaijeveld heeft na zijn terugkeer uit Duitsland het overlijden van onze broer eerst aan een oom uit de familie verteld’. Later die maand, op 23 april 2013, sprak Wim van den Heerik ook met Mien Kornet-van der Knaap, de jongste zuster van Jaap. Zij herinnert zich nog het volgende: ‘Wat ik nog weet, is dat Jaap bij de aanhouding in de bus naar Alblasserdam zijn broodtrommel en drinken voor die dag daar achter heeft moeten laten. ’s Avonds heeft iemand zijn trommel en drinken bij moeder teruggebracht. Jaap werkte als losarbeider, waar hij maar kon, o.a. bij groenteboer Verschoor en bij een slager. Op de morgen van de razzia heeft moeder nog brood aan hem af mogen geven, maar drinken werd niet toegestaan. Later op de dag ben ik met een zuster bij de kerk gaan kijken, maar we mochten niet verder komen dan op de dijk bovenaan de Stationsweg, voor de winkels van De Gruijter en Jamin. De Stationsweg was bovenaan ook afgezet. Regelmatig gingen wij naar het station, wanneer het gerucht ging dat er jongens uit Amersfoort zouden terugkeren. Ook stonden dan veel mensen langs de weg op de uitkijk naar familie of bekenden. Zo hebben we ook kaalgeknipte mannen zien thuiskomen, doch nooit was Jaap daarbij. Achteraf gezien maakte hij als losarbeider geen kans om vrijgelaten te worden. Veel later heb ik Jos Kraaijeveld nog wel eens gesproken, die vertelde dat sommige jongens van de honger, als ze daar kans toe zagen, aardappelen of groenten uit de grond trokken en deze rauw opaten. Zelf had hij dit nooit gedaan, omdat hij niet zo’n hongerig persoon was. Verder is het mij bekend dat Van Beuzekom en Ad Schagen ook werden opgepakt en na enige tijd weer zijn vrijgelaten’. Nelis Lagewaard meldt op 3 oktober 2020: 'Mijn schoonmoeder Jozina van der Knaap verzorgde het gezin, bestaande uit 11 kinderen, al op jonge leeftijd, omdat moeder Van der Knaap na het overlijden van haar zoon Jaap in 1944 en haar man in 1945 niet meer in staat was dit te doen. Jozina was toen al getrouwd en had een zoon, maar verzorgde dus ook haar moeder en drie zusters en vijf broers erbij. Een groot gezin dus, het waren zware tijden voor haar. In die tijd waren er al drie broers uit het gezin geplaatst en naar een tehuis in Utrecht gebracht om de familie te ontlasten.'
|